Wie mij aan het schrijven bracht? Herinner je nog mijn zwaarmoedige lerares Nederlands uit een eerdere blogpost? Dat was nummer een. Nummer twee is een scoutsleider in mijn jongere jaren. Jazeker, ik herinner me zijn naam. Maar laat ik hem Wimpie noemen. Het internet is tenslotte een niet-volstrekt veilige plek.
Wimpie was mijn leider in de scouts van Bornem. Behalve Wimpie passen ook de attributen knettergek, kinderlijk verrukt of dolend-in-de-wind bij hem. Mijn voornaamste herinnering aan Wimpie is een lange autorit in een van die zalige en oneindige zomervakanties. Bretagne en France, letterde de gps. Of was het de ouderwetse landkaart? Het is ten slotte lang geleden, die halve nacht en kriekende ochtend, waar ik op de passagiersstoel zat en hij koffieslurpend het stuur aanvoerde.
‘Hoe zal ik mij eens nuttig maken voor de scouts?’, kon ik desondanks geeuwend murmelen. ‘Je hebt gezegd dat je graag schrijft”, luidde zijn antwoord. Dat klonk niet eens suggestief. De nachtrit had alle intonatie uit zijn woorden getrokken.
Zoals altijd – hoe kan het ook anders – sloeg ik goede raad in de wind. Geen letter, geen komma, zelfs geen spatie heb ik geschreven voor de scouts van Bornem. Verkeerde timing wellicht. Daar komt het altijd op neer uiteindelijk. Of je iets doet. Of juist niet. Of je iets of iemand misloopt. Of net niet. Timing. Dat ik nu tijd maak om dit neer te bloggen … Laat de koffie aanrukken.