Het is maar een woord

Het past niet bij de tijd van het jaar. Het zou mooier staan begin november. Als iedereen weent om zijn doden. Maar ik tuf er haast elke week voorbij. Mijn oog dwaalt er telkens naar af. Met risico op schade, want geen 20 meter verder vraagt een verkeerslicht mijn onvoorwaardelijke aandacht. Een opschrift boven een aftands krot op de Herentalsebaan. “In- en verkoop van inboedels en sterfgevallen”. Telkens moet ik er om glimlachen. Inboedels kan je verkopen. Maar hoe verkoop je sterfgevallen? Wie wil daar verduiveld voor betalen? Krijg je er een gratis mummie bovenop?  Twee kisten voor de prijs van één? Neen, neen, neen. Het is niet om te lachen.  Het is om te huilen. Lap, ik schoot weer door dat rode verkeerslicht. Gelukkig geen doden. En een échte reden om te lachen.