Ik zit met eindredactie geflikt. Kloefen waar meer eten aan is dan aan op stalmest gekweekte boerenkool. Ik semmel op grammaticale wijsheid en smak rochelend op spellingmatige wetmatigheden. En dan dat ambtenarees: dat moet op vermageringskuur. Woorden als ‘betreffende, inzonderheid, dientengevolge’ of ‘en dergelijke’ maken dik gezaaid het sombere novemberweer. Hilarisch wordt het trouwens pas als je een menspersoon iedere vijfde zin ‘en dergelijke’ hoort gebruiken als stoplap.
Troost voor eindredacteuren: taal is ojee heerlijk logisch. Pak nu het voorvoegsel ‘privé’: vast aan het woord of met een streepje? Volgens deWoordenlijst 1995 los van het woord (privé-bos), volgens Van Dale vast (privébos). En wist u dit? Naast een kloof tussen burger en politiek, noord en zuid en Obama en – weldra – zijn Blackberry, gaapt er ook een halsbrekend gat tussen de uitdrukkingen ‘best’ en ‘het best’. Iemand aanraden dat ie ‘het best’ zijn Fortisaandelen kan verkopen is helemaal iets anders dan zeggen dat ie ‘best’ zijn aandelen kan verkopen. DeVRT-taaladviseur legt het u wel uit.
Maar dan … haalde de jongste helft van mijn tweehoofdig nageslacht vrolijk het woord van de week uit zijn boekentasje: kronkeliedonkie. Zegt hij: ‘Mama, ik ga thuis eerst een kronkeliedonkie maken.’ Ja, vijfjarige kleuters krijgen heden ten dage complexe disciplines als ’schrijfdans’ onderwezen. Twee vermakelijkheden waaraan ik mij, hetzij dan niet simultaan, trouwens ook schuldig aan maak. Kronkeliedonkie: dat is plezierig zwierige krullen zetten op een bord. Een geniaal woord. Dat grellig geen enkele eindredactie overleeft.
Maand: november 2008
Woorden van de dag
Elke dag pik ik uit krant, tijdschrift of ander blad wel een paar woorden op. Woorden die ik mooi, uitzonderlijk of afschrikwekkend vind. Het kunnen soms ook zinswendingen zijn. Ik herhaal ze even in stilte en sla ze op, ergens tussen oren en ogen. Onverhoeds komen ze mij dan de dagen of weken erna nog eens opzoeken. Ze schieten mij te binnen op de meest onvoorspelbare momenten. Een speldenkussen, daarmee kan ik mijn woordenslikkende bovenkamer nog het best vergelijken. Felkleurig glimmende speldenknopjes: dat zijn de woorden. Die zich ongenadig in het speldenkussen duwen. Veelkleurig vrolijk puntjespalet aan de buitenzijde. Prikkelend en schurend aan mijn hersenschors aan de binnenzijde. Woorden van deze dag? Stutten, buitengaats en cybernetisch. Wat een allegaartje zeg.
Column met pamuk
Ik wroet op een column. Gelukkig kwam Orhan Pamuk (Turks schrijver en winnaar van de Nobelprijs Literatuur 2006) mij zaterdag geheel onverwacht te hulp. Op bladzijden 120 tot 125 van Het zwarte boek, tref ik een centimeterlange lijst met adviezen voor de columnschrijver. Gespuid door drie legendarische Turkse columnisten die ‘elkaar hun hele schrijvende leven lang te pen en te zwaard voor rotte vis hadden uitgemaakt’. Ik kan u een tiental van de 64 adviezen echt niet onthouden.
- Ga pas aan je schrijftafel zitten als je je eerste zin bedacht hebt.
- Zorg dat je de hand legt op verzamelingen van spreekwoorden, zegswijzen, anekdotes, grapjes, dichtregels en aforismen.
- De lezer is een kind dat naar de kermis wil.
- Schrijf niet op het intelligentieniveau van je lezers, maar op dat van jezelf.
- Lees niet veel, maar lees graag, dan lijk je belezener dan iemand die veel leest, maar met lange tanden.
- Wordt snel oud, dan kun je in de herfst van je leven de mooiste stukken produceren.
- Hou jezelf verborgen. Dan zullen ze denken dat je iets te verbergen hebt.
- Je moet ergens oprecht in geloven. En als je nergens oprecht in gelooft, zorg dan dat je lezers toch oprecht geloven dat jij ergens oprecht in gelooft.
- Ga de straat op, kijk naar de mensen om je heen, bestudeer hun gezichten en je hebt je onderwerp gevonden.
- Wat er naar kunst riekt in een column, hoort niet in een column thuis.
- Begin alleen een polemiek als je zeker weet dat je baas achter je staat.