Goedgezinde regen

Een neologisme. Mag je dat zo noemen, het woord Deboosere-bakkes? Weervoorspeller Frank Deboosere (ex, maar niet helemaal ex) duidt ermee het ontevreden, boze gezicht aan dat hij trekt als een weervoorspelling van hem de volgende dag niet blijkt uit te komen. Zo vertelde hij in zijn afscheidsprogramma op VRT.

Voorspelt hij regen, maar schijnt ’s anderendaags in de ochtend de zon, dan betrekt zijn gezicht en plooit het zich in een Deboosere-bakkes. Komen er in de loop van de dag toch wolken aan en plenzen in de namiddag de buien uit de lucht – zoals voorspeld – dan is het over en uit voor het betreffende bakkes. Een brede glimlach komt in de plaats.

Nu ik dit weet, word ik vanzelf een héél klein beetje goedgezind als het regent.

Vachement bien

Echte reclameslogans verzinnen, dat doe ik niet vaak. Pakkende titels van publicaties en artikels wel.

Toen Arno enige tijd geleden overleed en ‘Putain putain’ ergens in mijn achterhoofd riedelde, viel mijn oog op de slogan die mijn koeltas siert.

‘C’est givrement bon’, en op de andere zijde: ‘Het vriest dat het smaakt’.

Persoonlijk vind ik die mooi gevonden, een fijne vertaling ook. Eentje die doet watertanden.

‘C’est givrement bon’ is natuurlijk een woordspeling op het zinnetje dat volgt op ‘Putain putain’, namelijk ‘c’est vachement bien’. En in het Nederlands is het spreekwoord ‘Het vriest dat het kraakt’ niet ver weg.

Mijn masterproef (zoveel jaar geleden) had als onderwerp de vertaling van reclameteksten. Voor mij is een goede vertaling eentje waarbij je niet ziet welke de bron- en de doeltaal zijn. En daarin slaagt deze slogan dubbel en dik.

Ik heb geen vaste schrijfuren

Ik heb geen vaste schrijfuren en beschouw het schrijven ook niet als een job. Schrijven is mijn leven.”

Neen, dit gaat niet over mij. Maar over jeugdauteur Bart Moeyaert.

Bart Moeyaert won vorig jaar de Astrid Lindgren Memorial Award. Een fantastische bekroning. Met een tot de verbeelding sprekende prijs. Ik bezocht enkele zomers geleden Astrid Lindgrens Nas, het geboortehuis van de schrijfster, in Vimmerby, Zweden.

En ja, dat moet geweldig zijn, zo’n schrijversleven.

Ik heb wél vaste schrijfuren, ergens tussen zonsopgang en zonsondergang.

Tegen vanavond wil ik – minimaal – 3 nieuwe artikels klaar hebben. Ondertussen de binnenrollende mail bijhouden. En corrigeren wat moet.

Ook best oké eigenlijk.

U-vorm naar het kapblok

‘U-vorm wordt naar kapblok geleid’ kopt De Morgen op 27/6/2019. De stad Gent kiest voortaan voor de vlotte je-vorm in haar communicatie in plaats van het formele ‘u’.

In het A-blad en op www.antwerpen.be gebruik ik ‘u’. Zoals de Stijlgids van de stad het oplegt. Voor het gemeentelijke magazine ‘Tervuren Info’, gebruik ik ‘je’. Voor precies dezelfde doelgroep.

Voor of tegen? Verkleutering en beledigend of nabijheid en aanspreekbaarheid?

Interessanter dan deze discussie is wat Thomas Lecompte, directeur communicatie van de stad Gent repliceert:

Het is een veel grotere uitdaging om iedereen helder en gestructureerd te laten communiceren, dan om overal de ‘je’-vorm door te voeren.

Wie is die freelancer?

Enkele cijfers om het jaar af te sluiten

  • 95% van de bedrijven schakelt vandaag weleens een freelancer in
  • 63% noemt als groot voordeel van een freelancer zijn/ haar specifieke kennis of competenties
  • 20% van de actieve Europeanen zal in 2025 freelancer zijn

Ik wens alle klanten, bezoekers, lezers en vrienden supergezellige feesten !

freelance copywriting

Bron: vacature.com magazine