Al een jaar of vijf begeleid ik in mei en juni kinderen tijdens hun bezoek aan kinderboerderij de Schranshoeve in Deurne. Kwestie van de balans tussen handen- en hoofdarbeid wat in ere te houden. Dit jaar liet ik het boerderijseizoen aan mij voorbijgaan. Reden: te veel schrijfwerk dat ligt te wachten.
Gevolg: te veel tijd achter de pc doorgebracht. Hoe cliché het ook klinkt, maar erg creatief word je daar niet van. Een voorbeeld: vandaag pende ik aan een publireportage met een toeristisch onderwerp. Met enkele raak gekozen woorden moet ik de lezer naar prettige vakantieoorden leiden. Die oorden zijn mij welbekend; ik heb ze gezien, betast, geroken en geproefd. Maar toch is de link tussen mijn zintuiglijke ervaring en het blad papier zoek.
Daar zit ik dan, te worstelen met zinnen die even ver afstaan van de werkelijkheid als Einstein van een koeienbrein. Geen mooie klaterende stroom die mijn blad bevloeit. De smakelijke streekgerechten die mensen moeten doen watertanden, zijn muffe pannetjes geworden. En bij minicruises kan ik alleen maar denken aan zwoegende koks in minuscule en bloedhete slipjes, euh pardon, keukentjes in het geborchte van een scheepsboeg.
Hoe het zo ver kan komen? Een acuut gebrek aan ontspanning misschien, aan zen en zijn, aan ruisende wind. Om te schrijven moet je buitenkomen, mensen ontmoeten, sferen opsnuiven. Iets beleven, meeleven ook. Maar daar zit ik dan: schrijfwerk dat niet vlot, vloeken, zuchten, steunen.
En dan … popt er een nieuwe opdracht op in mijn mailbox: een leidraad schrijven voor een vlot verloop van een … boerderijbezoek (!) Tandengeknars. Want geen boerderijsessies voor mij dit jaar. En de leidraad schrijven al evenmin. Geen millimeter tijd meer in mijn agenda. Had ik maar negen levens! Waarvan maar één als schrijver alsjeblief.