Terwijl het Marokkaans heet wordt onder mijn dakpannen, leg ik de laatste hand aan een werkstukje voor Toerisme Vlaanderen. Best een toepasselijke opdracht met de vakantie voor de deur. Maar tot naderhand pingelen en pongelen de zweetdruppels op mijn klavier. Neen, dat ‘pongelen’ heb ik niet zelf verzonnen. Het komt uit het boek Lodewijk de koningspinguïn van de hand van de smeuïgste Vlaamse acteur ter wereld. Dat is niet Koen De Bauw of Werner De Smedt, die zijn smeuïg en sexy en al wat je wilt, maar schrijven naar mijn weten geen boeken. Het is Dimitri Leue.
Als pinguïns huilen, bevriezen hun traantjes meteen tot ijspareltjes. Die pingelen dan neer op de ijsvlakte van Antarctica. Maar er duikt ook een stern op in het verhaal. Zijn tranen pingelen niet , maar ‘pongelen’ op de grond, op het einde als Lodewijk de koningspinguïn doodgaat. Een mooi verhaal, integer en echt Dimitri Leue.
Genoeg opgehemel, mijn werkstukje ging trouwens helemaal niet over pinguïns. Tot zover ben ik geen enkele pinguïn tegengekomen in een Vlaams vakantie-arrangement. Welk diertje zou de Marokkaanse hitte dan ook overleven? Het ging over hoe logiesuitbaters hun toeristen kunnen verwennen. En dat is nu net wat ik mij de volgende vakantieweken ga laten overkomen: verwend worden.