Kötbullar op de camping


pippi langkous
Vakantie is geen ziekte, maar wel besmettelijk. Idem voor drukdoende zijn. Omdat niemand mij in deze late augustus al aangestoken heeft, sluimer ik nog in lui- en ledigheid. Gelukkig waren er ook naarstige mensen de afgelopen maand. Bij het Rode Kruis bijvoorbeeld. Een homp van teksten pende ik neer het afgelopen voorjaar. En zie voilà op www.dienstvoorhetbloed.be.

Kötbullar? Dat zijn kruidige vleesballetjes. De Zweedse versie van frikandellen of kefta. In een campingkeuken op het eiland Oland – toepasselijke naam voor een eiland – vertelde een Midden-Zweedse vrouw me dat je dat uitspreekt als ’sjeudboela’. En ze keek goedkeurend terwijl ik de balletjes in de sissende boter liet glijden.  Benieuwd of Astrid Lindgren,de populaire Zweedse schrijfster van kinderboeken, ze ook zo lekker vond. We bezochten haar geboortestreek rond de stad Vimmerby in Smaland. En gingen helemaal op in haar fantasiewereld in het ‘echte’ Bolderburen en de ‘echte’ Hazelhoeve. Haar verhalen doen me vaak het water in de mond lopen. Boterhammen met jam, stroopballetjes, grutjespap, haringsla, worst en peperkoek komen om de haverklap op tafel of in de picknickmand.

Back to reality!  Het trage vakantieritme vervangen door het snellere werkritme. Snel, sneller… Cursus snellezen volgen? Misschien wel, om meer tijd te winnen. ‘Trage tijd’ welteverstaan, vakantietijd.