Gemoedsrust

Een uitspraak die ik deze week oppikte in een interview: “Dankzij mobiele communicatiemiddelen is de gemoedsrust van mensen die nomadisch werken toegenomen.” De bijhorende situatieschets was als volgt. Je bent met de wagen op weg en sukkelt vast in een file. Je ongeduld wordt zwaar op de proef gesteld. Parelend zweet,  knoopje losmaken, je watervoorraad leegdrinken. Tot de paniek losbarst: “Wat zit er ondertussen allemaal in mijn inbox waarvan ik geen weet heb?” Tot hier de schets. Je merkt uiteraard de overdrijving.
Ondertussen zit in míjn inbox een document met de veelbelovende titel ‘No stress’. Lectuur waar ik door moet als voorbereiding voor een artikel over mobiel communiceren.
Gemoedsrust: bereik je dat door meer of door minder communiceren? Of is het afhankelijk van de context? In een bedrijfslogica is méér communiceren ongetwijfeld rendabeler. Maar geldt dat ook voor je privéleven? Wat doe je daar met de veelzeggende stilte? De stilzwijgende gedachte? Met liplezen en gedachten lezen? Met doodgemoedereerd te laat komen? Met niet-gecommuniceerde verrassing? Je kiest zelf wat je doet natuurlijk. Gelukkig maar.