Column met pamuk

 

istanbulIk wroet op een column. Gelukkig kwam Orhan Pamuk (Turks schrijver en winnaar van de Nobelprijs Literatuur 2006) mij zaterdag geheel onverwacht te hulp. Op bladzijden 120 tot 125 van Het zwarte boek, tref ik een centimeterlange lijst met adviezen voor de columnschrijver. Gespuid door drie legendarische Turkse columnisten die ‘elkaar hun hele schrijvende leven lang te pen en te zwaard voor rotte vis hadden uitgemaakt’. Ik kan u een tiental van de 64 adviezen echt niet onthouden.

  • Ga pas aan je schrijftafel zitten als je je eerste zin bedacht hebt.
  • Zorg dat je de hand legt op verzamelingen van spreekwoorden, zegswijzen, anekdotes, grapjes, dichtregels en aforismen.
  • De lezer is een kind dat naar de kermis wil.
  • Schrijf niet op het intelligentieniveau van je lezers, maar op dat van jezelf.
  • Lees niet veel, maar lees graag, dan lijk je belezener dan iemand die veel leest, maar met lange tanden.
  • Wordt snel oud, dan kun je in de herfst van je leven de mooiste stukken produceren.
  • Hou jezelf verborgen. Dan zullen ze denken dat je iets te verbergen hebt.
  • Je moet ergens oprecht in geloven. En als je nergens oprecht in gelooft, zorg dan dat je lezers toch oprecht geloven dat jij ergens oprecht in gelooft.
  • Ga de straat op, kijk naar de mensen om je heen, bestudeer hun gezichten en je hebt je onderwerp gevonden.
  • Wat er naar kunst riekt in een column, hoort niet in een column thuis.
  • Begin alleen een polemiek als je zeker weet dat je baas achter je staat.