Taalregister

dakInternationaal vrijwilligerswerk. Toen ik jong was deed ik het. Nu copywrite ik erover. Een themadossier voor JINT, de organisatie die jongeren naar het buitenland helpt te vertrekken. Een dossier met een serieuze inhoud, van een heel ander kaliber dan wat ik schrijf als ik mensen voor toeristische uitjes wil warm maken. Daar mag het licht en speels zijn. Over Europees en mondiaal beleid heb ik mij gebogen. Over de wereldoorlogen, de onafhankelijkheidsbeweging. Tot ik me een geschiedschrijver waande. Een Herodotus of Tacitus.

Historie – tjonge -, dat is toch wel een specifiek taalregister. Zinnen als “Toch wist internationaal vrijwilligerswerk zich door sociale, politieke of culturele omwentelingen heen een eigen niche te veroveren.” Wat een kanjer. Of  “Hoewel de nieuwe media informatie over internationaal vrijwilligerswerk sneller en gerichter kunnen verspreiden, stelt zich meer dan ooit de vraag over de toegankelijkheid ervan voor sociaal zwakkere jongeren.” Zo’n zin vult meteen een paragraaf!

Wat ik vandaag schrijf is een pak lichtvoetiger. Ik neem het sportbeleidsplan van de gemeente Tervuren onder de loep. Dan schrijf ik simpelweg uit de losse pols iets als “In eerste instantie is een sportbeleidsplan er voor de sportclubs.” En het is nog waar ook!